Tag(s):
Extern, Tag(s):Markt
De wereldorde is fundamenteel aan het verschuiven en onze vrede en veiligheid staan onder druk. Defensie bereidt zich voor op een conflict, maar kan dat niet alleen. Hoe kan de waterbouwsector bijdragen aan een weerbare sector en samenleving om bestand te zijn tegen ontwrichtende incidenten? Vice-admiraal René Tas, Commandant Zeestrijdkrachten, deelt zijn visie.
Volgens Tas bevinden we ons dichterbij oorlog dan bij vrede. “Wanneer we onze afschrikkingsmacht niet op orde brengen, waar we in NAVO-verband volop mee bezig zijn, wordt de kans op oorlog alleen maar groter”, vertelt hij vanuit de marinebasis in Den Helder. Bovendien is een oorlog alleen maar vol te houden wanneer ook de Nederlandse maatschappij weerbaar is. “We moeten ervoor zorgen dat de boodschappen in de supermarkten blijven liggen, de havens, transport- en communicatiesystemen blijven functioneren, het betalingsverkeer doorgaat, de industrie doordraait en er water uit de kraan blijft komen. Deze zaken vinden we nu vanzelfsprekend, maar hebben we ook in oorlogstijd nodig. Anders stopt het gevecht snel door het wegvallen van de logistiek en verbindingen.”
Morele verplichting
Hij benadrukt dat niet alleen burgers zich moeten voorbereiden, door bijvoorbeeld een noodradio, water en houdbaar voedsel in huis te halen. Ook sectoren zoals de waterbouw hebben volgens hem een morele verplichting om bij te dragen aan de inspanning die Defensie levert om een oorlog te voorkomen en als het moet te stoppen. Waterbouwers zijn in vredestijd onder meer betrokken bij het onderhoud en de aanleg van marinehavens, crisisbeheersing, herstel na stormen en overstromingen en de inrichting van oefengebieden op zee en aan de kust. Tas is lovend over de sector. “De bedrijven verrichten fantastisch werk en de waterbouwsector staat wereldwijd bekend om zijn innovatieve kracht. Buitenlandse delegaties komen regelmatig naar Nederland om te kijken hoe goed de sector het doet in ons waterland.”
In oorlogstijd verandert alles. De marine is actief op volle zee om het gevecht aan te gaan met bijvoorbeeld de Russen. Tas gaat er in het geval van oorlog vanuit dat de waterbouwers ervoor zorgen dat de havens en binnenwateren operationeel blijven. De Amerikanen komen met hun materieel aan in de havens van Rotterdam, Vlissingen en de Eemshaven en vervoeren het vervolgens onder andere via onze binnenvaarwegen naar het achterland en de NAVO-oostgrens. “Het is cruciaal dat de havens en de binnenvaartwegen op orde blijven. Vijftien procent van alle brandstof voor de Europese Unie komt via Rotterdam binnen. Dat geldt ook voor grondstoffen voor onder meer de defensie-industrie. We moeten hierin blijven investeren.”
Inventariseer de scenario’s
Tas verwacht van de waterbouwsector dat ze nu al nadenkt hoe ze snel kan handelen in oorlogssituaties om schade te herstellen. Bijvoorbeeld wanneer een brug of een sluis wordt opgeblazen of een vaarweg gestremd. “Wat gaan de waterbouwers doen? En met wie moeten ze samenwerken? Neem dit soort scenario’s nu al door met partners waarmee de sector samenwerkt, zoals Rijkswaterstaat en Havenbedrijf Rotterdam.” Hij raadt aan om ook de informatie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) goed te volgen. Deze organisatie is in gesprek met verschillende sectoren over hoe ze kunnen bijdragen aan de Nederlandse weerbaarheidsopgave. Verder adviseert Tas de waterbouwsector om na te denken over de preventieve maatregelen die ze nu al kan nemen. “Doe bijvoorbeeld mee aan crisisoefeningen met veiligheidsregio’s, Rijkwaterstaat en Defensie. Of neem deel aan patrouilles van de Zeehavenpolitie in havens.”
Nu beginnen
De waterbouwsector zou met deze partijen ook alvast kunnen nadenken welke kritische infrastructuur interessant kan zijn voor de vijand om te saboteren of te vernietigen. Een ander advies is om nu al extra materiaalvoorraden op te bouwen. “Denk aan oeverbescherming of flexibele waterkeringen, graafmachines en dat soort zaken. Maar dat laat ik graag aan de sector zelf over.”
Waterbouwers kunnen ook bijdragen aan de civiele ondersteuning van Defensie. Denk aan het versterken van netwerken, zoals energie- en watervoorziening en logistiek. Of aan het snel beschikbaar stellen van materieel en personeel bij schaarste. “In vredestijd zijn er nog militairen beschikbaar om zandzakken te vullen en bij overstromingen te helpen. In oorlogstijd zijn die er niet meer. Dan moet de sector het zelf doen, samen met gemeenten en andere partners”, aldus Tas. “Dat vraagt om afspraken en voorbereiding. We moeten nu beginnen met de voorbereidingen op een mogelijk conflict. En niet pas als het te laat is.”