Het is inmiddels 90 jaar geleden dat de Nederlandse baggeraars de noodzaak tot samenwerking inzagen en de ‘Vereeniging Centrale Baggerbedrijf’ oprichtten. Kort na de watersnoodramp werd in 1954 door de Nederlandse kust- en oeverwerkers de ‘Nederlandse Vereniging Kust- en Oeverwerken’ opgericht. Aangezien veel bedrijven zowel baggerden als kust- en oeverwerken uitvoerden én lid waren van beide verenigingen, besloten de besturen van beide verenigingen in 1990 samen te gaan in een nieuwe vereniging: ‘Vereniging Bagger-, Kust- en Oeverwerken’. Deze naam werd later samengevat tot ‘Vereniging van Waterbouwers’.
In 1970 trad ik toe als mededirecteur bij waterbouwer Van den Herik-Sliedrecht. Kort daarna sloten wij in het kader van ‘samen sterker’ ons bedrijf aan bij de Nederlandse Vereniging van Kust- en Oeverwerkers. In een latere fase volgde ook aansluiting bij het Centrale Baggerbedrijf. Nog weer later nam ik persoonlijk zitting in diverse verenigingsbesturen.
De continuïteit van de sector – en daarmee van de ondernemingen – is door de jaren heen de belangrijkste drijfveer geweest voor ondernemers in de waterbouw om zich te verenigen. Gezamenlijk werd het mogelijk structureel met de overheid in gesprek te gaan en kennis te bundelen met als doel een veilig Nederland en een gezonde markt.
Daarbij kwamen altijd uitdagingen kijken. Eén daarvan was de schaarste aan goed geschoold personeel. Al in 1955 ontving de Vereniging K&O een subsidie voor de opleiding voor rijswerkers en steenzetters. Toenmalig minister Algera achtte dit noodzakelijk vanwege de grote omvang van de benodigde bedijkingswerken. Hij beschouwde het tekort aan vaklieden in de sector als een algemeen landsbelang dat zo snel mogelijk diende te worden opgelost. Het gezamenlijk optrekken met stakeholders heeft altijd standgehouden. Het feit dat we in de sector ook al 90 jaar een eigen cao en al tientallen jaren een eigen post-hbo opleiding ‘VOUW’ aanbieden, zijn daar mooie voorbeelden van.
Elke tijd kent zijn eigen uitdagingen. De huidige klimaatcrisis en de geopolitieke situatie in de wereld maken dat samenwerking in de sector nog altijd essentieel, zo niet essentiëler geworden is. Ik las over de ‘uitvoeringsversnellers’, waarmee de vereniging laat zien hoe we ons land efficiënter weerbaar kunnen maken tegen onder meer klimaatverandering: meer doen met minder mensen en minder geld. Ik vind het een prachtig rapport dat de overheid kan helpen en de vereniging op de kaart zet. En ik roep de huidige waterbouwers dan ook van harte op om op deze koers door te gaan. Ons land heeft ons waterbouwers meer dan ooit nodig om weerbaar te blijven tegen het water.
Arie Struijk
Oud-voorzitter Vereniging van Waterbouwers